Deze column verscheen eerder in Trouw. 

Solidariteit, gelijkwaardigheid, vrijheid; het zijn de basiswaarden van de democratische rechtsstaat waar scholen sinds een aantal jaar verplicht zijn doelgericht aan te werken. Als adviseur voor dit burgerschapsonderwijs, zoals het bij wet heet, kom ik op verschillende scholen om hierbij te helpen. Of dat nou in Friesland, Zeeland of Noord-Holland is: docenten, juffen en meesters besteden er veel aandacht aan. Ze vinden het belangrijk.

Naast het bevorderen van de democratische waarden moeten scholen onder andere actief burgerschap en sociale cohesie stimuleren en moeten ze ervoor zorgen dat iedereen zich op school veilig en geaccepteerd voelt. Als dit scholen onvoldoende lukt, krijgen ze een herstelopdracht van de inspectie. Nieuwe scholen mogen soms niet starten, omdat ze niet genoeg aan de burgerschapsopdracht voldoen.

Er wordt hard gewerkt op de scholen. Maar dat harde werken binnen de schoolmuren druist soms recht in tegen de realiteit erbuiten. Terwijl in de klaslokalen de basis voor een sterke samenleving wordt gelegd, wordt die buiten langzaam afgebroken. Als ik de wettekst over burgerschapsonderwijs laat zien op scholen, is er altijd wel iemand die zijn hand opsteekt en zegt: “Maar dit is toch precies wat onze regering níet doet? Hoezo moeten wij onze leerlingen iets leren wat de belangrijkste leiders van ons land nalaten?”

Sindsdien vraag ik me af: wat als we de regering zouden behandelen zoals we scholen behandelen die zich niet aan de burgerschapswet houden? Wat als de onderwijsinspectie eens langs ging bij het kabinet en onderzoekt of het deze wettekst wel naleeft? Werkt het kabinet eigenlijk wel doelgericht aan het bevorderen van solidariteit, gelijkwaardigheid en vrijheid? Zorgt het kabinet dat iedereen zich in het land veilig en geaccepteerd voelt? Zo nee, dan volgt er een herstelopdracht, of mag het kabinet helemaal niet aantreden. Want waarom zou een kabinet, dat in feite een hele samenleving grootbrengt, niet aan dezelfde eisen moeten voldoen als het onderwijs?

Er wordt vaak gezegd dat een klas de samenleving in het klein is. Nou, ik kan zeggen, het gaat best goed in die mini-samenleving. Zoals een leerling van mij over het tegengaan van polarisatie zei: “Dingen die in het echt gebeuren, gebeuren ook in de les. Wij voelen ons vrij om erover te praten, omdat respect centraal staat. Dat zou overal zo moeten zijn.” Een ander vulde aan: “Als je het niet met elkaar eens bent, bespreek waarom, en blijf gewoon samenwerken. Ook als je er niet uitkomt.”

Het kabinet en de heer Wilders blijven maar zeggen dat “ze onze Nederlandse waarden moeten onderschrijven”, wanneer het gaat om de ‘integratie’ van al die jongens en meisjes wiens oma en opa naar Nederland kwamen om onze economie te versterken. Ik denk dat eerder het tegenovergestelde nodig is: laat het kabinet maar wat lessen burgerschap op al die scholen in het land volgen, dan kunnen de leerlingen aan ze uitleggen wat de democratische waarden nou precies betekenen.

Meld je aan voor het volgende verhaal

En ontvang de verhalen als eerste in je mailbox.
Maxe de Rijk

Maxe de Rijk

Leerkracht in het Speciaal Onderwijs Lees hier meer over Maxe.