Als ik tijdens de Pride door Amsterdam fiets en vrolijk alle vlaggen zie wapperen in hun regenboogkleuren, ben ik elk jaar weer trots. Trots dat ik woon in een stad die er openlijk voor uitkomt mij en zoveel anderen oké te vinden. En niet alleen oké, maar ook belangrijk genoeg om de vlag voor uit te hangen. Dit jaar is er een extra gevoel bij gekomen. Ook dit jaar sta ik weer op een boot te dansen. Trots, blij, gelukkig. Maar terwijl ik de vlaggen zie wapperen, denk ik aan mijn leerlingen. Want helpt de Pride hen om homo’s meer te accepteren? Nee, helaas niet.
Ik werk op een vmbo-school in Amsterdam Nieuw-West, een wereld die ver weg staat van de Pride. En ook als ik er met mijn christelijke vriendin over praat, besef ik dat de Pride voornamelijk weerstand oproept bij de groep die homo’s toch al niet zo liefheeft. Zoals mijn vriendin zegt: ‘In de christelijke gemeenschap waar ik vandaan kom, is de Pride iets vulgairs en ordinairs.’ Wat moet er gebeuren om voor hen homoseksualiteit acceptabeler te maken?
Vooroordelen
Ik vond het moeilijk mijn klassen te vertellen dat ik op vrouwen val en een vriendin heb. Vrijwel al mijn leerlingen zijn islamitisch en de vooroordelen over zulke klassen liegen er niet om. Maar ik vond mezelf ook laf, want als er iets is wat ik aan mijn leerlingen leer, is het dat ze zich van vooroordelen niks moeten aantrekken. Wat zou de boodschap zijn als ik het ze níet vertelde?
Uiteindelijk versprak een collega zich en ben ik er met mijn leerlingen over gaan praten. Het werden gesprekken die ik absoluut niet had willen missen. Gesprekken die werelden hebben laten samenkomen. Gesprekken die ik de hele samenleving gun. Ik begon elke les met: ‘Jullie zijn misschien iets te weten gekomen over mij, wat ik jullie liever zelf had willen vertellen.’ De eerste keer nog met een kloppend hart, bang voor de reacties die misschien zouden komen. Ik kan het met mijn leerlingen hebben over aanslagen, Wilders, IS, de Tweede Wereldoorlog of Zwarte Piet, maar dit onderwerp is persoonlijk. Ik wist niet wat het met me zou doen als de reacties negatief zouden zijn.
De leerlingen gaven aan dat ze het niet hadden verwacht en ja, dat ze beledigd waren dat ik het ze niet zelf had verteld: ‘Hoezo niet? U denkt zeker dat omdat wij moslims zijn, we tegen u zijn hè, nou echt niet! We zijn het gewoon niet gewend.’ Oké, dat was dan duidelijk.
Raar vinden
Ik vertelde mijn leerlingen dat ik het zou begrijpen als ze het raar zouden vinden, want ‘ik ben waarschijnlijk de eerste lesbische vrouw die jullie zien’. De leerlingen knikten. De vingers vlogen de lucht in. Vol zaten ze met vragen, indrukken, gedachten over goed en fout. De reacties waren mooi: ‘Mij maakt het niks uit, ik weet niet wat Allah ervan vindt, maar u bent een lieve juf die mij goed begrijpt, dat vind ik gewoon fijn’, aldus de stoerste jongen van de klas. Om er snel achteraan te zeggen dat hij ‘twee mannen toch wel een beetje raar vond samen’.
Het werden bijzondere gesprekken over geloof, liefde en vooroordelen. Over waarom sommige dingen raar zijn, en andere dingen niet.
Ik legde de bal ook bij hen. Wat zouden hun ouders ervan vinden als ze thuis zouden komen met de boodschap homo of lesbisch te zijn? De reacties varieerden van ‘mijn ouders zouden me vermoorden’ tot ‘mijn moeder zou even schrikken, maar dan zou ze me accepteren, want ze houdt van me’. Even was ik weer ‘de Nederlander’: ‘Ja juf, u snapt misschien niet dat onze ouders dat zeggen, maar u bent een Nederlander, die zijn aan homo’s gewend. Bij ons is dat niet zo.’
Christelijke kringen
Ik vertelde mijn leerlingen het coming-outverhaal van mijn vriendin, en dat reacties in christelijke kringen soms heftiger zijn dan nu bij ons in het klaslokaal. De leerlingen vonden dat zielig voor mijn vriendin: ‘Dat is toch gewoon niet eerlijk, want ze is gewoon verliefd en liefde is mooi.’ Aldus de jongen die eerder had aangegeven homo’s toch wel ‘een beetje raar’ te vinden.
Inmiddels vragen mijn leerlingen geregeld hoe het gaat met mij en m’n vriendin, willen ze foto’s zien en corrigeren ze elkaar als ze met ‘homo’ schelden.
Door het gesprek aan te gaan kom je dichter bij elkaar. Hoe fijn en belangrijk ik het ook vind dat de Pride bestaat, hoe trots ik er ook op ben: je kan één keer per jaar op een boot staan dansen om te laten zien dat je bestaat, lezingen en filmvertoningen organiseren, maar voor acceptatie is meer nodig.
In gesprek
Nee, dit is geen pleidooi te stoppen met de Pride. De Pride is reuze belangrijk om even helemaal jezelf te kunnen zijn. De mooiste tijd van het jaar laat ik me niet afnemen. Maar laten we het gehele jaar door continu met elkaar in gesprek gaan. Juist met die mensen die anders denken dan wij. Nieuwsgierig. Open. Menselijk.
Het COC doet het al jaren op vele scholen in het land, waarvoor ze veel lof verdienen. Het moet vaker. Laten we het met z’n allen gaan doen. Accepteren dat de ander er misschien een beetje anders over denkt, maar blijven denken: ‘Ze zijn gewoon verliefd, en liefde is mooi.’
Dit verhaal verscheen eerder in de Volkskrant.
Foto gemaakt door Cees Glastra van Loon.