‘Waar gaan we het vandaag over hebben juf?’ Ibrahim kijkt me opgewekt aan. Het is tien voor half negen. Hij zit klaar voor de les.
Eén voor één druppelen de andere leerlingen binnen. Vermoeide ogen, mondkapjes scheef hangend voor hun gezicht.
‘Goeiemorgen, goed dat jullie er zijn. Ga lekker zitten. Telefoon in de bak,’ zeg ik tegen de leerlingen. Dan went ik me tot Ibrahim: ‘We gaan het hebben over Bilal Wahib.’
Ibrahim neuriet de nieuwe hit van Bilal Wahib. ‘Ik zag haar in een 501.’ Iets dat Ibrahim sinds het uitkomen van het nummer de hele tijd doet. Dan zucht hij. ‘Erg hè, juf. Heeft u het ook gezien? Dat kan toch niet? Ik vind het zo zielig voor dat kind… ’
‘Ja, heel erg,’ antwoord ik, ‘daarom gaan we het met elkaar bespreken.’
Salima hoort ons praten: ‘Ik heb zoveel te vertellen juf! Kunnen we snel beginnen met de les?’ Ze roept de andere leerlingen te gaan zitten. ‘We gaan het hebben over Bilal Wahib!’
Bilal Wahib is een groot voorbeeld voor de leerlingen. Dat hij nu een minderjarige jongen heeft aangezet om zijn geslachtsdeel te laten zien, heeft hun hele wereldbeeld op z’n kop gezet. Dit moet besproken worden in de les.
Het lijkt mij ook een goede aanleiding om het over meer dan alleen dit incident te hebben. Het probleem is immers groter. Ik werd zelf een jaar geleden met mijn neus op de feiten gedrukt tijdens een docententraining over mediawijsheid. TMI, de organisatie die ook een projectweek voor de leerlingen verzorgde, vertelde aan ons dat 84% van de leerlingen in massale appgroepen zit waarin onder andere kinderporno, geweldsvideo’s en andere gruwelijkheden worden gedeeld. Hoewel de projectweek een succes was, zijn de gevaren van social media nog niet verdwenen.
Ik start de les en vraag wie de video live heeft gezien.
‘Noor!’ roept Salima meteen. Ze wijst naar haar beste vriendin.
‘Klopt dat Noor?’ vraag ik.
‘Ja,’ antwoordt Noor verlegen.
‘Wil je vertellen hoe dat was?’ vraag ik.
‘Ik was die livestream aan het kijken, ze gaan veel vaker live, dat is echt leuk om te zien, maar nu gebeurde opeens dit! Dat vond ik wel gek…’ Ze friemelt aan haar trui.
‘Wat heftig,’ reageer ik, ‘dat lijkt me inderdaad niet leuk om te zien.’
‘Ja het was echt raar, allemaal mensen reageerden in de chat dat ze screens hadden gemaakt en het hadden gefilmd, maar hij is nog maar twaalf! Hij heeft echt geen leven meer.’
‘Ik vind het zo erg,’ zucht Salima.
‘Gelukkig is Bilal opgepakt,’ reageert Ibrahim.
‘We gaan zo verder praten over wat er is gebeurd,’ zeg ik tegen de klas. ‘Maar eerst gaan we het Jeugdjournaal terugkijken. Zij leggen de gebeurtenis goed uit.’
In totale stilte kijken de leerlingen naar het Jeugdjournaal. Er wordt helder verteld dat dit nooit de schuld van het kind kan zijn.
Enes is het daar niet mee eens. ‘Het is gewoon dom, waarom zou je ooit je ding laten zien?’
Salima reageert vel: ‘Wat denk jij nou? Dat als je twaalf bent en Bilal Wahib vraagt live voor drieduizend kijkers iets te doen, dat je dan nee kan zeggen? Daarnaast: je kent zijn leven niet, misschien had hij wel problemen thuis of iets anders, misschien had hij het geld echt hard nodig.’
Enes zegt rustig: ‘Ja, dat is waar.’
‘Juf, we moeten eigenlijk even de live van Défano Holwijn terugkijken, hij zegt echt goede dingen!’ reageert Salima.
‘Wat zegt hij dan?’ vraag ik.
‘Gewoon, dat dit een groot probleem is en wat je ertegen kan doen.’
‘Goed idee van je, die gaan we zo kijken. Eerst wil ik even verder praten. Ik heb nog niet iedereen gehoord.’
Rustig vertellen de leerlingen aan elkaar wat ze ervan vinden. We hebben het over hoe moeilijk het soms is om de gevolgen van je acties te overzien, zeker als je jong bent. Stapje voor stapje maak ik het probleem breder. Hoe vaak komt dit voor? Wie heeft zo’n vraag ook weleens gekregen? Of zulke beelden doorgestuurd gezien? Allemaal vertellen ze dat ze zoiets hebben meegemaakt. Nooit op ingegaan, maar wel gezien, gevraagd, gekregen en gehoord. Of dat eerste klopt, weet ik niet, maar dat laat ik voor nu even. Ik wil dat de leerlingen in hun eigen tempo kunnen vertellen hoe ze dit onderwerp beleven.
Dan laat ik een video van AT5 zien. Het is een reportage over een 13-jarig meisje dat zelfmoord heeft gepleegd, nadat ze erachter kwam dat haar moeder weet van het rondgaan van een naaktvideo van haar. De moeder komt huilend aan het woord en vertelt dat ze hoopt dat het een wake-up call voor jongeren is.
Dat is het zeker. Als de video is afgelopen kun je een speld horen vallen in het lokaal. Doodstil staren de leerlingen naar het scherm. Ik vraag ze hun gevoelens te delen.
Erkan neemt het woord. ‘Hier kan je toch maar één soort gevoel bij hebben, dit is gewoon echt te verdrietig. Ik hoop dat iedereen die die video van het meisje heeft doorgestuurd zich schaamt en wordt opgepakt.’
Voorzichtig steekt een andere leerling haar vinger op. ‘Ik heb de video ook doorgestuurd gekregen. Ik vond het zo erg. Ik had hem meteen van mijn telefoon verwijderd. Even later hoorde ik dat ze dood was.’
Romarfio sluit zich daarbij aan: ‘Ik kende haar via een kennis, ik ben naar de herdenkingsdienst gegaan. Het is echt moeilijk. Dit soort dingen gebeuren zo veel, ik wil dat het stopt, maar weet niet hoe.’
Enes: ‘Het komt door sociale media, als die er niet waren was de wereld echt beter. Iedereen wil alleen maar likes en populair doen.’
Erkan: ‘Ik praat hier best veel over met mijn ouders. Zij hebben mij geleerd dat dit niet goed is.
‘Wat goed dat je er zoveel met je ouders over praat,’ reageer ik. ‘Zou je hen het ook vertellen als je iets vervelends overkomt?’
Erkan denkt na. ‘Ik zou het wel moeilijk vinden, het is wel schandelijk, maar ik weet dat mijn moeder zou willen dat ik het vertel. Zij kan me helpen. Als ik het aan niemand vertel kan niemand me helpen.’
‘Dat zeg je mooi Erkan,’ reageer ik. ‘Wat fijn dat je dat soort dingen deelt met je ouders. Ik kan me helaas ook voorstellen dat veel jongeren het moeilijk vinden om zoiets aan hun ouders te vertellen.’
De rest van de klas knikt driftig.
‘Ik zou het eerder aan mijn zus vertellen,’ reageert Salima.
‘Ja, ik ook,’ haakt een ander in. ‘Wel echt lullig als je geen broer of zus hebt…’
‘Mijn moeder kon vroeger niks met haar ouders bespreken,’ reageert Erkan. ‘Toen had zij bedacht dat ze het anders zou doen. Ze zocht een man die ook alles met zijn kinderen zou bespreken. Dat is gelukt.’ Lachend kijkt hij mij aan.
Ik vertel de klas dat als ze ooit iets naars meemaken, ik hoop dat ze weten dat ze het niet alleen hoeven te verwerken. ‘Eigenlijk vermoed ik dat al jullie ouders jullie zouden willen helpen. Als het niet goed voelt om iets aan je ouders te vertellen, kom dan naar mij of een andere volwassene die je vertrouwt.’
De klas knikt.
Ik kijk de leerlingen indringend aan. ‘Echt, ik wil dat jullie nooit met zoiets alleen rondlopen. Samen kunnen we problemen oplossen.’
‘Mogen we nu de video van Défano zien?’ vraagt Salima.
‘Dat is goed,’ zeg ik. Terwijl ik de video opzet, geef ik de klas vragen mee om op te letten: wat is het grotere probleem? Wat kunnen wij samen tegen dat probleem doen? Wat kan jij zelf tegen dat probleem doen?
Défano Holwijn spreekt samen met twee vrienden, ook bekende artiesten. De leerlingen hangen aan hun lippen. Ik ben blij dat er nieuwe rolmodellen opstaan die oproepen goed met social media om te gaan. ‘Met exposen moet het ook helemaal klaar zijn,’ zegt één van de mannen.
Exposen, daar hebben alle leerlingen last van. Althans, van de angst om exposed te worden. Elke foto die ze zelf nietsvermoedend online zetten, kan door iemand anders verkeerd geïnterpreteerd worden en vervolgens veelvuldig gedeeld worden met het commentaar dat ze een hoer zijn, of erger.
Erkan neemt wederom het woord: ‘Ik vind het echt heel erg dat mensen zo zijn. Mensen moeten stoppen met op elkaar te letten, en gewoon op zichzelf letten.’
Daar is de rest van de klas het mee eens. We praten verder over de vragen die ik de leerlingen meegaf, de liefde, je lichaam en mensen die elkaar ophitsen om foute dingen te doen.
Ik sluit af met strenge woorden: ‘Vraag je bij elke foto die je doorstuurt af: wat zou je ervan vinden als je zelf op deze foto stond? Zou je dan willen dat deze foto werd doorgestuurd?’ Ik loop rond en kijk de leerlingen één voor één aan. ‘Doe nooit mee aan het opjutten van mensen om dingen te doen, die ze niet willen doen. Dan ben je een dader. En onthoud: als je ooit iets vervelends meemaakt, deel dit met iemand. Mensen willen je helpen.’
De strenge woorden zijn eigenlijk niet meer nodig, na twee uur praten en video’s kijken weten de leerlingen genoeg. Nog belangrijker: ze willen elkaar helpen als ze ooit zelf in de shit belanden.
‘We kunnen de wereld niet oplossen,’ sluit Ibrahim af, ‘maar we kunnen wel samen het goeie doen.’
Wil je meer weten over Ibrahim, Salima, Erkan en alle anderen? In augustus 2021 verschijnt het boek over mijn klas. Meer weten? Klik hier.
De namen van de leerlingen zijn gefingeerd. Foto gemaakt door Cees Glastra van Loon. De leerlingen op de foto komen niet voor in het verhaal.