Skip to main content

Deze column verscheen eerder in Trouw. 

We bekijken met de klas een video over de Tweede Wereldoorlog. Er wordt verteld welke groepen mensen onder Hitler niet meer veilig waren: joden, roma en sinti, zwarte mensen, homo’s… Eén van mijn leerlingen, Dave, vraagt: “Dus als het nu Tweede Wereldoorlog was, zou ik als enige van deze klas overleven?” Met een mengeling van trots en schaamte kijkt hij rond. Ik vertel hem dat die kans inderdaad groot zou zijn geweest. Met een klas vol kinderen van kleur en een lesbische juf zou er inderdaad weinig van ons overblijven.

“Mag ik dan bij je onderduiken?” roept Fahid, Daves beste vriend. Ook andere kinderen beginnen te vragen of dat zou mogen. Dat vindt Dave wel erg druk worden: “Ik weet het niet, we kunnen maar beter gewoon zorgen dat er geen oorlog komt.”

Hoe doen we dat, zorgen dat er geen oorlog komt? Het Nationaal Comité 4 en 5 mei maakte een ‘denk- en doeboek’ voor groep 7 en 8 om kinderen te leren over oorlog, vrijheid en alles daartussenin. Ook wij werken eruit. De koppeling tussen vrijheid en democratie wordt al snel in het boek gemaakt. Helder worden de vijf kenmerken van een democratie uiteengezet: een grondwet, vrije pers, gedeelde macht, verkiezingen en mensenrechten.

Het doet me terugdenken aan de tijd dat ik net voor de klas stond, zo’n tien jaar geleden. Als afgestudeerd politicoloog zag ik maar al te goed hoe complex een democratie in elkaar steekt. Maar dat helemaal overbrengen op de kinderen? Hoe doe je dat? Een collega zei: “Alleen vertellen dat de meeste stemmen gelden is niet genoeg, je moet ze óók uitleggen dat het belangrijk is om rekening te houden met minderheden.”

Dat doet mijn collega met een simpel spelletje, vertelde ze: “Ik wijs dan altijd twee leerlingen aan en zeg: ‘Jullie twee moeten trakteren! Wie is het met mij eens? Meeste stemmen gelden!’ Prompt gaan dan alle vingers in de lucht, behalve van die twee leerlingen natuurlijk. Aan de hand daarvan vertel ik dat je nooit enkel kan doen wat de meeste mensen willen, maar dat je altijd rekening moet houden met het belang en het leven van anderen.”

Als we de andere kenmerken van de democratie uit het denk- en doeboek doornemen, blijken de kinderen veel te herkennen en gemakkelijk te begrijpen. Vingers schieten in de lucht. “Maar juf, die verdeling van macht, dat doet Trump toch helemaal niet? Die beslist alles gewoon in z’n eentje!”. Waarop een ander reageert: “En met dat deporteren houdt hij zich écht niet aan mensenrechten.”

Ook de Nederlandse politiek wordt erbij betrokken: “Wilders luistert helemaal niet naar de Grondwet!” en “Die mevrouw die voor Wilders werkt over vluchtelingen luistert niet naar de rechters.”

Ik slik en ben even stil. Het afbrokkelen van de democratie heeft één pijnlijk voordeel: leerlingen weten opeens heel goed wat die inhoudt.

In het boekje wordt met geen woord gerept over de huidige Amerikaanse of Nederlandse situatie. Toch geven de vijf kenmerken van de democratie de leerlingen hoop.

Zoals Dave zegt: “We kunnen zorgen dat er geen oorlog komt. We moeten gewoon rekening met elkaar houden en naar de rechter en de grondwet luisteren. Dan hoeven jullie ook niet bij mij onder te duiken.” Nu de wereld wankelt zien mijn leerlingen dondersgoed wat ons overeind houdt.

De namen van de leerlingen zijn gefingeerd. 

Lezingen, Workshops
& Advies

‘Geen stress, we 
gaan het maken!’

Meld je aan voor het volgende verhaal

En ontvang de verhalen als eerste in je mailbox.
Maxe de Rijk

Maxe de Rijk

Leerkracht in het Speciaal Onderwijs Lees hier meer over Maxe.