Afgelopen weekend werd een homostel in Amsterdam-Oost uitgescholden en bespuugd door een groepje minderjarige jongens. BN’ers, instanties, media: iedereen buitelde over elkaar heen om te vertellen hoe verschrikkelijk dit was. De regenboogvlag werd veelvuldig gedeeld, menig opinieartikel werd geschreven.
Laat mij beginnen met te zeggen dat het verschrikkelijk ís. Ook ik word weleens uitgescholden als ik op straat loop met mijn vriendin. Dat doet pijn en maakt bang. Haat op iemand anders z’n liefde mag nooit als normaal gezien worden.
De manier waarop er met het incident van afgelopen weekend wordt omgegaan doet mij echter ook pijn. Ik ben docent op een school in Amsterdam-West. De uitscheldende jongens ken ik niet, maar ze hadden zo in mijn klas kunnen zitten. Mijn pijn zit hem in de reacties op het verhaal van dader Ilyas.
Ilyas haalt in een vlog aan dat de mannen een opmerking maakten over moslims, ze hem onterecht van iets beschuldigden en daarna provocerend gingen filmen. Gevoelige punten, waarvan ik weet – na al die uren voor de klas – dat ze oprecht pijn doen bij een jongen als Ilyas. Ilyas werd dus boos en schold het stel meerdere keren grof uit.
Dat uitschelden is een grote fout van Ilyas, dat geeft hij zelf ook toe. De redenen die Ilyas aanhaalt in de video worden nu in verschillende berichten weggezet als slachtofferschap. Dat is oneerlijk. Of je hem nu gelooft of niet: de pijn die Ilyas omschrijft, is er bij jongeren. Het is dapper dat hij zijn kant van het verhaal doet. Dat moeten wij als samenleving, waarin vrijheid van meningsuiting en gesprek centraal staan, niet uit het oog verliezen. Het biedt aanknopingspunten voor het gesprek.
Het is geen slachtofferschap om te vertellen waar je eigen woede vandaan komt. Dit precies wat ik mijn leerlingen ook leer: vertel waarom je boos bent, vertel waar je gevoelens vandaan komen, dan kunnen we samen naar een oplossing zoeken.
Vertellen waar je gevoelens vandaan komen is geen excuus voor fouten die je maakt. Ilyas moet gestraft worden voor wat hij gedaan heeft. Maar willen we echt verder komen, dan moeten we ook naar zijn kant van het verhaal kunnen luisteren.
Ongeveer op hetzelfde moment dat Ilyas de mannen in Amsterdam uitschold, fietste ik met mijn vriendin door Poelenburg in Zaandam. Mijn vriendin vroeg mij: “Zou je hier ook hand in hand lopen.” Zij weet dat ik dat graag doe. “Dat denk ik niet,” reageerde ik toch, “maar als ik in deze wijk docent was, zou ik wel aan al mijn leerlingen vertellen dat ik lesbisch ben.”
Natuurlijk doet het pijn om te beseffen dat je niet in elke wijk jezelf kan zijn, maar echte verandering creëer je door gesprek.
Door mijn leerlingen word ik niet uitgescholden, ze stellen vragen. Voor de meesten ben ik de eerste in hun omgeving die ‘zo is’. Dat is spannend. Eén keer liep een leerling geschrokken weg toen ik het vertelde. Om vervolgens – uit eigen beweging – terug te keren en zijn excuses aan te bieden.
Ik leer mijn leerlingen dat ze zich moeten houden aan de normen en waarden die gelden in de Nederlandse maatschappij. Daar ben ik streng op. Als Ilyas een leerling van me was geweest was ik boos geworden en had ik mijn teleurstelling in hem laten blijken.
Daarna was ik gaan praten. Ik vertel mijn leerlingen altijd hoeveel pijn het doet als je wordt uitgescholden. Ergens herkennen ze zich allemaal in mijn verhaal. Ze zijn allemaal weleens uitgescholden of vies nagekeken op basis van de kleur van hun huid, de hoofddoek van hun moeder, of hun kortgeschoren koppie. Met één verschil: elke keer dat zij worden uitgescholden, verschijnen er geen vlaggen op Instagram, geen verhalen hoe erg het gesteld is met de acceptatie. Nee, deze kinderen kroppen hun woede op. Juist daarom is het goed dat Ilyas zijn verhaal deelt.
Ilyas is misschien geen lieverdje. Hij is echter ook 15, stond onder groepsdruk en heeft nog een leven voor zich. We moeten vertellen hoe verschrikkelijk het is wat hij en zijn vrienden gedaan hebben, maar we moeten ook naar hen willen luisteren. Als we dat niet doen, komen we geen stap verder met elkaar en schieten we tekort in onze eigen Nederlandse normen en waarden.
Dit verhaal verscheen eerder in Het Parool
Foto gemaakt door Cees Glastra van Loon. Leerlingen op de foto komen niet in het verhaal voor.