Als de tweede schoolsluiting maandag 14 december wordt aangekondigd, word ik omringd door leerlingen. “Juf juf! Moeten we dicht?” vraagt de één. “We hebben juist zo ons best gedaan met mondkapjes!’ roept de ander. “Ik wil helemaal niet thuiswerken…” fluistert de volgende zuchtend. Het meisje met de beste thuissituatie zegt: “Ik heb hier wél zin in! Gewoon spannend..” Een andere leerling schiet omhoog: “Zin in? Ben je gek geworden? Dit worden de ergste weken uit mijn leven..” zuchtend slaat hij z’n handen voor z’n gezicht.

Het afgelopen jaar hebben veel leerlingen beleefd op een paar vierkante meter met drukke broertjes en zusje om zich heen. Ouders verloren hun baan, opa’s en oma’s werden ziek. Het hakt erin bij onze leerlingen, die toch al niet het grootste vertrouwen in zichzelf en hun eigen toekomst hadden. De aankondiging van een nieuwe lockdown legt de kwetsbaarheid van de leerlingen pijnlijk bloot.

De volgende dag is de toespraak van premier Rutte uit het torentje, de ernst van corona liegt er niet om. De scholen moeten écht weer dicht. Opeens hoor ik hem zeggen: “Een uitzondering geldt voor praktijkonderwijs…” Ik veer op, zei hij dit nou echt? Blijven we toch open? Maar… zou Rutte weten dat het praktijkonderwijs een onderwijsniveau is? Of bedoelt hij gewoon de praktijkvakken?

Donderdag komt het verlossende woord: de praktijkschoolleerlingen kunnen naar school. Ze vallen onder de term ‘kwetsbaar’. Een mengelmoes van angst en blijdschap bekruipt me. Ik ben ongelofelijk blij voor de leerlingen, maar is dit helemaal coronaproof?

Er komt een rooster waarbij de praktijkschoolleerlingen een dagdeel op school zijn en een dagdeel thuis online lessen volgen. Naast hen hebben we op school ook vmbo-leerlingen. Officieel zijn die minder kwetsbaar en moeten ze thuisblijven. De praktijk is echter weerbarstiger: ook zij zijn kwetsbaar. Dus besluiten wij dat de vmbo-leerlingen een halve dag per week naar school komen. Daarbovenop komt nog de uitzondering ‘zeer kwetsbare’ vmbo-leerlingen: die mogen elke dag komen.

Zo is er een heel systeem in elkaar gezet. Het is gek om de leerlingen opeens het stempel kwetsbaar te geven, maar ook belangrijk. In maart zagen we hoe schrijnend het bij sommige leerlingen thuis was. Verstopt zaten ze achter het gordijn om rustig te kunnen werken. Matrassen op de vloer, geen tafel om je laptop op te zetten. Een mail lezen was al een hele opgave. Thuisonderwijs bieden aan leerlingen die thuis niks hebben: moeilijker kan bijna niet. Ik beschreef het uitgebreid hier.

En dus staan de leerlingen de volgende dag al vroeg bij school. Ze zijn blij dat ze weer mogen beginnen. “Goeiemorgen juf!” opgewekt word ik begroet. “Dag allemaal wat fijn dat jullie er zijn!” Ik wijs de leerlingen op hun mondkapje en zeg dat ze maar snel naar het lokaal moeten gaan, anders wordt het wel heel druk in de gangen. De kwetsbare vmbo-leerlingen gaan de ene kant op, de praktijkschoolleerlingen de andere.

Na mijn eigen onlinelessen, loop ik naar het opvanglokaal voor de kwetsbare vmbo-leerlingen. Ook een paar van mijn mentorleerlingen zitten daar. “Wat goed dat jullie er zijn!” zeg ik. “Ja juf ik heb echt al heel veel af,” zegt de jongen die voorspelde dat dit de ergste weken uit zijn leven zouden worden. Trots draait hij zijn leenlaptop mijn kant op. “Kijk Engels heb ik gemaakt, en Nederlands en wiskunde. De meester zei dat ik heel goed bezig ben.” Ik bekijk zijn werk, zeg hem dat hij inderdaad erg goed bezig is en loop naar de andere leerlingen.

Even later rennen twee jongens opgewonden op me af. “Juf juf! Mogen we alstuuuublieft hier op school uw les volgen? We willen niet naar huis! U bent hier toch, wij zijn hier toch, dan kunnen we toch gewoon hier de les doen?” Lachend kijken ze me aan. Dit zijn praktijkschoolleerlingen, hun ochtend op school zit erop. Ze moeten naar huis, want ze hebben daar nog twee online lessen.

Ik zou de lessen wel op school willen geven, maar dat kan helaas niet. “We moeten zo min mogelijk leerlingen tegelijk op school hebben,” vertel ik de jongens, “anders kunnen er meer besmettingen komen. Dus helaas, de les van mij is online.” Verdrietig kijken de jongens me aan. “Please? Mijn broertjes en zusjes zitten al thuis te werken, dat gaat nooit lukken,” zegt de kleinste. Ik kijk in zijn verdrietige ogen. Met pijn in mijn hart zeg ik dat hij toch echt moet vertrekken.

Een paar dagen later komt er tijdens een nieuwe persconferentie weer vervelend nieuws: de lockdown wordt verlengd en de kwetsbare leerlingen die nu nog op school les hebben, moeten anderhalve meter afstand van elkaar gaan houden. Nieuwe roosters worden gemaakt, lokalen worden opgemeten, tafels op afstand gezet en klassen die te groot zijn gesplitst. Het betekent nog minder uur op school voor de leerlingen.

Met mijn eigen klas kijk ik de volgende dag de persconferentie terug. Als Rutte de term kwetsbaar in zijn mond legt, kijk ik naar de klas. Zijn ze zich ervan bewust dat ze door de premier als kwetsbaar worden gezien?

Een leerling haakt al snel in: “Fijn he juf, dat de Rutte zegt dat wij wel af en toe naar school mogen.” Ik knik en zeg dat ik dat ook heel fijn vind. Een andere leerling zegt: “Ja het is wel een beetje raar, maar ik wil echt graag een diploma halen.” Ik vraag aan de klas hoe we daarvoor kunnen zorgen. “Samen moeten we er gewoon voor strijden dat we blijven leren en corona de school niet in komt,” zegt een leerling overtuigend. Waarop een andere de favoriete zin erin gooit: “Eén team, één taak juf!” Lachend en vol vertrouwen kijkt het meisje me aan. Dan wordt ze stil, en zegt ze: “Maar juf, ik kan zo slecht opletten bij onlinelessen. Hoe moet ik dat nou doen?”

Laten we hopen dat we snel weer helemaal open kunnen. Elk uur thuisonderwijs is er één teveel.

Foto gemaakt door Cees Glastra van Loon. De leerlingen op de foto komen niet voor in het verhaal. 

Meld je aan voor het volgende verhaal

En ontvang de verhalen als eerste in je mailbox.
Maxe de Rijk

Maxe de Rijk

Docent burgerschap & persoonsvorming op het Mundus College. Lees hier meer over Maxe.