Voor het VO-Magazine schreef ik een stuk over  hoe ik onderwerpen als racisme, discriminatie en BLM behandel in de les. Lees het artikel hieronder.

De Black Lives Matter-protesten zijn al een tijdje aan de gang. Gelukkig kunnen we weer op school lesgeven en écht met leerlingen in gesprek gaan. Ik zet mijn powerpoint klaar en wacht op de leerlingen. Zaid stormt het lokaal binnen. “Juf! Juf! Denkt u dat die Nederlanders echt willen dat discriminatie gaat stoppen? Ik denk dat ze het alleen voor Instagram doen. Discriminatie zal altijd blijven bestaan.” Opgewonden neemt hij plaats.

In mijn lessen persoonsvorming en socialisatie staat in elke les een thema centraal waarover de leerlingen met elkaar in gesprek gaan, waar ze video’s over kijken en opdrachten bij maken.

Ik loop naar Zaid toe, zoek oogcontact en zeg: “Ik weet niet of discriminatie erdoor gaat stoppen, maar ik zie wel om me heen dat heel veel mensen anders zijn gaan denken. Heel veel mensen zien nu in hoeveel er gediscrimineerd wordt en vinden dat erg.” Zaid kijkt me aan en zegt: “Daar zijn ze dan wel een beetje laat mee.” Ik knik, stem in. “Maar beter laat dan nooit. Zullen we het er zo even met de hele klas over hebben?” Zaid gaat rechtop zitten: “ja”, zegt hij enthousiast.

Hoop

Het voeren van gesprekken met elkaar, op alle scholen, is broodnodig. Elke les komen leerlingen met nieuwe gedachten en inzichten. Door over onderwerpen te praten, kun je samen met leerlingen feiten van meningen onderscheiden, emoties uiten en oplossingen zoeken.

Al mijn leerlingen zijn weleens uitgescholden of vies nagekeken op basis van de kleur van hun huid, de hoofddoek van hun moeder, of hun kortgeschoren koppie. Elke dag wordt er wel een leerling op straat argwanend aangekeken of gefouilleerd.

Ik weet nog goed hoe Samira na de aanslagen op de moskeeën in Nieuw-Zeeland haar vinger opstak en zei: “Juf, mag ik even wat vertellen? Want ik voel me echt heel verdrietig en ik weet het even niet meer. De zaterdag na de aanslag moest mijn broertje voetballen. Hij wilde eigenlijk niet, want hij was nog erg in shock. We dachten dat het wel een fijne afleiding zou zijn. Maar juf, zijn hele voetbalteam is Marokkaans. De hele wedstrijd werden ze uitgescholden. De tegenstanders zeiden ‘kutmarokkaan’ en ‘mocromaffia’ tegen mijn broertje. De scheids deed niks. Pas na afloop werd er gezegd dat ze ‘wel wat liever hadden kunnen doen’. Ik had nog wel hoop juf, maar die is nu helemaal weg.”

Kippenvel

Dit zijn verhalen die ik vaker hoor en die elke keer weer voor kippenvel zorgen. Verhalen die je doen beseffen dat deze kinderen veel te overwinnen hebben.

“Wat erg”, reageerde ik. “Dat lijkt me heel naar om mee te maken, zeker een dag na zulke verschrikkelijke aanslagen. Ik begrijp dat je je heel verdrietig voelt.” Nieuwe vingers schoten de lucht in. Ik liet ze praten en op elkaar reageren. En stelde ook vragen: hoe kunnen wij ervoor zorgen dat we goed met elkaar om blijven gaan? Wat is een verstandige reactie op nare opmerkingen?

De les sloot ik af met video’s van toespraken op de herdenking van de aanslagen op de moskeeën. De video’s spraken voor zich: “Wie we ook zijn, waar we ook in geloven, waar we ook vandaan komen, samen staan we voor onze vrijheid, samen staan we voor vrede”, sprak de burgemeester. Er vielen nog meer mooie woorden en de leerlingen waren onder de indruk van de vele verschillende mensen die samen op de Dam stonden. Samira, het meisje dat eerder het verhaal had verteld over haar voetballende broertje en geen hoop meer had, stak haar hand op: “Dit is echt heel mooi, juf. Dit laat zien dat we in Nederland gewoon samen één zijn. We moeten gewoon met elkaar blijven praten, dan komt het wel goed.”

Klappen

Ook vandaag, in het gesprek naar aanleiding van de Black Lives Matter protesten, heb ik een video klaar staan. Het is een fragment van de uitreiking van de Gouden Kalveren in 2011, waarin Nasrdin Dchar een Kalf wint en de zaal toespreekt. Hij zegt: “Ik ben een Nederlander, ik ben heel trots op Marokkaans bloed, ik ben een moslim en ik heb een facking gouden kalf in mijn hand.” Zijn speech is een oproep voor het overwinnen van angsten voor elkaar. En een oproep aan jongeren om hun dromen na te jagen en trots te zijn op wie je bent. De overwegend witte zaal van de uitreiking gaat los en steunt Nasrdin.

“Juf, dit is de mooiste video die ik ooit in mijn leven heb gezien”, reageert Zaid met tranen in zijn ogen. Ook de rest van de klas staart geroerd naar het scherm. “Wat bijzonder dat je dat zegt, Zaid. Wat vind je zo mooi aan de video?” vraag ik. “Gewoon, dat hij ook Marokkaan is, en acteur, en dat iedereen dan voor hem gaat klappen. Zijn ouders waren ook echt trots, dat zag je.” Een andere leerling haakt in: “Ja, hij is van Mocro Maffia, maar hij is niet slecht ofzo, hij is gewoon een goed mens. Hij zegt goeie dingen. Door hem weten Nederlanders dat Marokkanen ook goed zijn. Ze gingen allemaal klappen.”

Ik kijk de leerling vragend aan: “Weten Nederlanders dat alleen door hem?” “Nee, ook door ons juf! Weet u nog toen wij in het theater gingen optreden?” reageert een ander. “Ja, ons lied! Dat was echt goed,” zegt Samira. Een leerling zet het in:

“Kijk naar jezelf en maak het verschil.
Wij zijn een team en vormen een geheel.
Als groep ben je niet alleen,
want wij zijn samen één.

Wees aardig voor elkaar,
En volg je dromen.
Met een goede inzet,
kun je heel ver komen.”

Eén team

Als er iets is wat centraal staat in deze klas, dan is het wel het teamgevoel. Vol trots spreken ze dagelijks de zin ‘één team, één taak uit.’ Ze zeggen het als ze een moeilijk wiskundeproefwerk moeten maken, een leerling een probleem thuis heeft, of laatst toen er een nieuwe leerling in de klas kwam. Niemand sluiten ze buiten, iedereen hoort erbij. Samen voelen ze zich verantwoordelijk voor de voortgang en het geluk van élke leerling.

We hebben het over hoe we de dromen van Nasrdin kunnen bereiken. Welke rol spelen de Black Lives Matter-protesten? De leerlingen vinden het moeilijk: gaat dit helpen? Hoezo opeens die aandacht? Want dit probleem speelt al hun hele leven. Hoe nu verder?

Samira steekt haar vinger op: “Maar juf, dit is toch precies waar we met de burgemeester mee bezig zijn? De dag die wij gaan organiseren, dát is toch de oplossing?” Ik ben blij dat ze ons hieraan herinnert. Mijn leerlingen zijn al begonnen aan een oplossing.

Ontmoetingsdag

Anderhalf jaar geleden was de burgemeester bij ons op school. Ze vroeg de leerlingen wat hen bezighoudt en waar ze tegenaan lopen. De verhalen over discriminatie logen er niet om. Allemaal hadden ze voorbeelden. “Weten jullie wat?”, zei de burgemeester, “als jullie nou proberen mee te denken wat we hieraan kunnen doen? Dan kunnen we elkaar misschien helpen.”

Dankbaar voor dit vertrouwen, gingen mijn leerlingen aan de slag. Ze bedachten een ontmoetingsdag voor Amsterdamse tieners. Verschillende leerlingen hadden nog nooit met een wit leeftijdsgenootje gesproken. Dáár lag volgens hen het probleem van de discriminatie die ze elke dag ervaren. En dus de oplossing in positieve ontmoetingen.

Om meteen de daad bij het woord te voegen, besloten mijn leerlingen de dag samen met leeftijdsgenootjes van een overwegend witte havo/vwo-school te organiseren. Ze gingen langs bij de school om de leerlingen te overtuigen om met hun project mee te werken. Zenuwachtig zaten ze in de tram richting het centrum. Op hun telefoon lazen ze de presentatie nog een keer door: “We gaan het niet over problemen hebben juf, echt gewoon dat we het gaan oplossen.” Ik zeg dat ze moeten doen wat zij denken dat het beste is. Ik heb alle vertrouwen in ze.

Bij aankomst schrokken ze even. “Ziet u al die MacBooks juf?”, fluisterde een leerling. “Zijn deze kinderen zo rijk?”, vroeg een ander. “Dat weet ik niet”, reageerde ik, “maar ze gaan jullie plan vast heel goed vinden.” De leerlingen haalden diep adem. Trots stelden ze zichzelf voor: “Wij zijn de leerlingen van het Mundus College. We hebben een plan om discriminatie te stoppen. Jullie kunnen ons daarbij helpen.”

En het is gelukt. Acht leerlingen hebben zich bij ons aangesloten. De eerste ontmoetingen zijn een feit. Samen hebben ze de plannen voor de ontmoetingsdag gemaakt. Amsterdam Teens United gaat het heten. Door corona staat het project even op pauze, maar we hopen nog steeds dat we de Arena kunnen omtoveren tot ontmoetingsplek voor Amsterdamse tieners. In gemixte groepjes willen de leerlingen met andere jongeren uit de stad activiteiten ondernemen. Ze willen de groepjes gaan indelen op basis van interesses, denk aan koken, voetbal, tekenen of media. “Dan kunnen we zien waarin we hetzelfde zijn, in plaats van verschillend.”

Constructief

Het blijft echter lastig. Tegenover elk hoopvol gesprek kun je een negatieve ervaring zetten. Complexe maatschappelijke problemen kunnen leerlingen niet alleen oplossen. Daar hebben we grote veranderingen in het systeem voor nodig. Laten we zoveel mogelijk met onze leerlingen blijven praten, hoop bieden en ontmoetingen organiseren. En laten we de samenleving aan het werk zetten. Ook op witte scholen moet dit het onderwerp van gesprek zijn. Juist op witte scholen. Laten we met z’n allen constructief naar oplossingen zoeken. Zodat Zaid en Samira en alle andere kinderen trots kunnen zijn op wie ze zijn.

De namen Zaid en Samira zijn gefingeerd. Foto gemaakt door Cees Glastra van Loon. De leerlingen op de foto komen niet voor in het verhaal.

Meld je aan voor het volgende verhaal

En ontvang de verhalen als eerste in je mailbox.
Maxe de Rijk

Maxe de Rijk

Leerkracht in het Speciaal Onderwijs Lees hier meer over Maxe.