Het is begin mei, we mogen weer naar school. Het thema van de les is ‘status en imago’. We praten over deze begrippen en de leerlingen noemen wat voorbeelden. “Verplegers hebben nu echt een hoge status juf!” roept een leerling. “Ja,” vult een ander aan. “Eerst niet, maar door Corona opeens wel.” Ik vraag de leerlingen hoe ze denken dat komt. “Omdat ze nu echt nodig zijn,” reageert een meisje. “Nee hoor! Ze waren altijd al nodig”, zegt een ander, “alleen nu komen ze pas op het nieuws.” We bespreken hoe representatie invloed kan hebben op het beeld van de groep. “Net als bij discriminatie juf,” reageert de kleinste van de klas. Hij wiebelt op zijn grote stoel. Ik vraag hem het uit te leggen. “Nou kijk, sommige mensen denken slecht over moslims of over donkere mensen, dat komt omdat ze ze niet echt kennen.”

De les erna bekijken we de video uit 2011 waarin acteur Nasrdin Dchar een Gouden Kalf wint en de zaal toespreekt. Hij zegt: “Ik ben een Nederlander, ik ben heel trots op Marokkaans bloed, ik ben een moslim en ik heb een facking gouden kalf in mijn hand.” Zijn speech is een oproep voor het overwinnen van angsten voor elkaar. En een oproep aan jongeren om hun dromen na te jagen. De overwegend witte zaal gaat los en steunt Nasrdin.

Na het applaus zet ik de video op pauze. De klas is er stil van. “Juf dit is de mooiste video die ik ooit in mijn leven heb gezien,” reageert de kleine jongen.

De video is al bijna 10 jaar oud, maar is nog steeds een hart onder de riem voor mijn leerlingen. Zoals dit, dit, dit en dit verhaal van mij al laten zien, zijn discriminatie, vooroordelen en racisme de dagelijkse realiteit voor de klas. Elke dag wordt er wel een leerling op straat uitgescholden, argwanend aangekeken of gefouilleerd.

Als ik in de klas de video van Nasrdin laat zien, dan prikken de tranen in de ogen van mijn leerlingen. Het verhaal dat hij schetst: zo’n toekomst vol dromen en zonder racisme willen ze ook.

We hebben het over hoe we dat kunnen bereiken. Inmiddels zijn de protesten tegen racisme losgebarsten. De leerlingen vinden het moeilijk: gaat dit helpen? Hoezo opeens die aandacht? Dit probleem speelt al hun hele leven. Hoe nu verder?

Een meisje steekt haar vinger op: “Maar juf dit is toch precies waar we met de burgemeester mee bezig zijn? De dag die wij gaan organiseren, dát is toch de oplossing?” Ik ben blij dat ze ons hieraan herinnert. Mijn leerlingen zijn al begonnen aan een oplossing.

Anderhalf jaar geleden was de burgemeester bij ons op school. Ze vroeg de leerlingen wat hen bezighoudt en waar ze tegenaan lopen. De verhalen over discriminatie logen er niet om. Allemaal hadden ze voorbeelden. “Weten jullie wat?”, zei de burgemeester, “als jullie nou proberen mee te denken wat we hieraan kunnen doen? Dan kunnen we elkaar misschien helpen.”

De leerlingen waren vereerd. Ze gingen hard aan de slag en bedachten een ‘ontmoetingsdag’ voor Amsterdamse leerlingen. Het probleem van discriminatie zit volgens mijn leerlingen in het niet ontmoeten van elkaar. Ook bij ons op school is ontmoeting moeilijk: de ‘witte’ leerlingen zijn op één hand te tellen. Ook in de wijk of bij de sportclub ontmoeten mijn leerlingen nauwelijks witte kinderen. Verschillende leerlingen hadden nog nooit met een wit leeftijdsgenootje gesproken. Dit is lastig, uit vele onderzoeken blijkt immers: hoe meer ontmoetingen, hoe positiever het beeld van een andere groep.

De burgemeester was enthousiast over het idee voor een ontmoetingsdag en zette de groep aan het werk. Om meteen daad bij woord te stellen, besloten mijn leerlingen de dag samen met leeftijdsgenootjes van een overwegend witte havo-vwo-school te organiseren. Ze gingen langs bij de school en overtuigden leerlingen om met hun project mee te werken. De eerste ontmoetingen waren een feit.

De dag is rond. De naam is al bekend: Amsterdam Teens United. Door Corona staat het project even op pauze, maar in het voorjaar van 2021 wordt de Arena omgetoverd tot ontmoetingsplek voor Amsterdamse tieners. In gemixte groepjes gaan ze activiteiten met elkaar ondernemen. De leerlingen willen de groepjes in gaan delen op basis van hobby’s: “Dan kunnen we zien waar we hetzelfde in zijn, in plaats van verschillend.”

Ik ben zo ongelofelijk trots op mijn groep. Waar grote mensen door blijven bakkeleien, werken zij aan een oplossing.

Het is alleen niet genoeg. De problemen die mijn leerlingen elke dag ervaren zijn groot, veel te groot. Die kunnen zij niet alleen oplossen. Daar hebben we grote veranderingen in het systeem voor nodig.

Laten we daarom net als mijn leerlingen ook bij onszelf beginnen. Witte mensen, neem een voorbeeld aan mijn leerlingen. Als je zelf kinderen hebt of krijgt: zorg dat ze andere kinderen leren kennen. Kies voor een gemengde school. Kies voor een gemengde sportclub. Leer elkaar kennen. Zodat het beeld dat we van elkaar hebben ook zonder speciale ontmoetingsdag gewoon realistisch is.

Foto gemaakt door Cees Glastra van Loon tijdens het maken van de promovideo van Amsterdam Teens United.

Meld je aan voor het volgende verhaal

En ontvang de verhalen als eerste in je mailbox.
Maxe de Rijk

Maxe de Rijk

Docent burgerschap & persoonsvorming op het Mundus College. Lees hier meer over Maxe.